leerresultaten_verzoek
|
LeerresultatenVerzoek |
verplicht, enkelvoudig |
school
|
School
In ieder bericht is altijd een bericht-identificatie opgenomen, die definieert de algemene gegevens en de schoolgegevens waar de resultaten betrekking op hebben. De verzoekberichten hebben de
bericht-identificatie in zich in een licht aangepaste vorm.
|
verplicht, enkelvoudig |
schooljaar
|
Schooljaar
Aanduiding van het schooljaar waarop de gegevens betrekking hebben. Een schooljaar wordt gedefinieerd door het kalenderjaar waarin het schooljaar start en het kalenderjaar waarin het schooljaar
eindigt, volgens het patroon jjjj-jjjj (bijvoorbeeld “2018-2019”). Waarde uit vaste codelijst (zie EDEXML).
|
verplicht, enkelvoudig |
peildatum
|
Peildatum
De datum waarop de schoolgegevens actueel waren.
Meestal zal de peildatum gelijk zijn aan de aanmaakdatum en kan deze weggelaten worden.
|
optioneel, enkelvoudig |
brincode
|
BRIN-code*
*business rule:
Een school wordt binnen deze afspraak als volgt gedefinieerd:
-
Middels een BRIN-code, optioneel aangevuld met een (vrij in te vullen) dependancecode. Een BRIN-code bestaat uit twee cijfers en twee letters, een dependancecode uit twee cijfers. De
dependancecode 00 (nul, nul) betekent hetzelfde als geen dependancecode.
- of -
-
Voor scholen die geen BRIN-code hebben: Middels een (zelf te bepalen) schoolsleutel. Deze moet, in ieder geval binnen de betreffende LAS-EA-context, uniek zijn. Hoe deze tot stand komt, is
voor deze afspraak buiten scope.
|
optioneel, enkelvoudig |
dependancecode
|
Dependancecode*
*business rule:
Een school wordt binnen deze afspraak als volgt gedefinieerd:
-
Middels een BRIN-code, optioneel aangevuld met een (vrij in te vullen) dependancecode. Een BRIN-code bestaat uit twee cijfers en twee letters, een dependancecode uit twee cijfers. De
dependancecode 00 (nul, nul) betekent hetzelfde als geen dependancecode.
- of -
-
Voor scholen die geen BRIN-code hebben: Middels een (zelf te bepalen) schoolsleutel. Deze moet, in ieder geval binnen de betreffende LAS-EA-context, uniek zijn. Hoe deze tot stand komt, is
voor deze afspraak buiten scope.
|
optioneel, enkelvoudig |
schoolkey
|
Schoolkey*
Identificatie sleutel van de school of dependance van de school in het geval de school niet beschikt over een Brincode met optioneel dependancenummer.
*business rule:
Een school wordt binnen deze afspraak als volgt gedefinieerd:
-
Middels een BRIN-code, optioneel aangevuld met een (vrij in te vullen) dependancecode. Een BRIN-code bestaat uit twee cijfers en twee letters, een dependancecode uit twee cijfers. De
dependancecode 00 (nul, nul) betekent hetzelfde als geen dependancecode.
- of -
-
Voor scholen die geen BRIN-code hebben: Middels een (zelf te bepalen) schoolsleutel. Deze moet, in ieder geval binnen de betreffende LAS-EA-context, uniek zijn. Hoe deze tot stand komt, is
voor deze afspraak buiten scope.
|
optioneel, enkelvoudig |
aanmaakdatum
|
Aanmaakdatum
Aanduiding van de (systeem)datum waarop de EDEXML aangemaakt is.
Wordt gebruikt om de verwerking te sturen.
|
optioneel, enkelvoudig |
auteur
|
Auteur / Verzender
Let op, dit veld was in voorgaande versie van EDEXML achter het volgende veld xsdversie geplaatst.
|
optioneel, enkelvoudig |
xsdversie
|
XSD-versie
Moet overeenkomen met de versie van het bijbehorende berichtschema (technisch: Met de waarde van het version-attribuut van het root
XML-element schema).
|
verplicht, enkelvoudig |
commentaar
|
Commentaar
Een voor mensen bedoeld veld. Aangezien de uitwisseling tussen systemen plaatsvindt, zal dit meestal weinig toepassing hebben. Er zijn echter uitzonderingsgevallen (testberichten bijvoorbeeld)
waarin dit een rol kan spelen.
|
optioneel, enkelvoudig |
toetsafnames
|
Toetsafnames |
verplicht, enkelvoudig |
toetsafname
|
Toetsafname |
verplicht, meervoudig |
leerlingid
|
Leerling idref
Verwijzing naar de leerling voor het koppelen van het resultaat.
Dit is de door het LAS toegekende identifier van de leerling. In een DTDL-scenario is dit de ketenbrede identifier.
|
verplicht, enkelvoudig |
eckid
|
ECK-iD
Dit is de unieke identifier van de leerling in de leermiddelenketen.
|
optioneel, enkelvoudig |
resultaatverwerkerid
|
Resultaatverwerker-identifier
Dit is een door het LAS toegekende identifier ten behoeve van toewijzing / routering bij de verwerking van de scores/resultaten binnen dit LAS.
|
optioneel, enkelvoudig |
resultaten
|
Resultaten |
verplicht, enkelvoudig |
resultaat
|
Resultaat |
verplicht, meervoudig |
@key
|
Toets(onderdeel)afname-identifier
De identificatiecode van de toetsafname of de afname van het toetsonderdeel.
|
verplicht, enkelvoudig |
afnamedatum
|
Afnamedatum
Hier de startdatum van de afname invullen.
|
verplicht, enkelvoudig |
toetscode
|
Toetscode
Identificeert de betreffende toets.
|
verplicht, enkelvoudig |
versie
|
Versie
Het versienummer van de toetsdefinitie.
|
optioneel, enkelvoudig |
toetsonderdeelcode
|
Toetsonderdeelcode
Een toetsonderdeelcode moet uniek zijn binnen de toets (niet per se globaal uniek).
|
optioneel, enkelvoudig |
score
|
Enkelvoudige resultaat (Scoregetal)*
*Business rule: Score of resultaat is in een van de de vormen verplicht:
- Enkelvoudig resultaat (scoregetal)
- Uitgebreid resultaat (OSO-resultaat)
- Eigen resultaat (Ander soort resultaat)
Het resultaat van een subonderdeel (onderdeel van een toetsonderdeel) kan eventueel als resultaat van een toetsonderdeel worden ingevoerd.
Het enkelvoudige resultaat is een scoregetal dat wordt uitgedeeld aan een toetsonderdeel of aan de gehele toets zelf. Een scoregetal is een geheel getal waarvna de ondergrens altijd nul is en,
indien de toetsdefinities in het bericht ook een toetsnormering bevat, is ook de bovengrens hiervan vastgelegd.
Als er op de toets een toetsnormering aanwezig is, moeten de scoregetallen van de toetsonderdelen opgeteld kunnen worden. Indien het scoregetal van een volledige toets ontbreekt dan wordt dit
berekend door de som te nemen van de scoregetallen van de toetsonderdelen.
Als er op de toets geen toetsnormering aanwezig is, mogen de scores van de toetsonderdelen niet zonder meer opgeteld worden. Dit mechanisme kan dan gebruikt worden om verschillende
aspecten van een toets over te brengen (bijvoorbeeld de score op een toets bestaat uit een toetsonderdeel dat een cijfer en een toetsonderdeel dat een tijdsduur overbrengt).
Het scoregetal mag niet buiten de in de toetsdefinitie gedefinieerde normwaarde-intervallen vallen. Het scoregetal kan op zeer diverse manieren geïnterpreteerd worden. Het scoregetal is
bijvoorbeeld:
- 0 of 1; corresponderend met fout of goed (of niet-geslaagd of geslaagd).
- tussen 0 en 4; corresponderend met een A-E resultaat aanduiding (A=0, B=1 etc.).
- aflopend vanaf 300; de gebruikte tijd in seconden (maximaal toegestane tijd tot 0).
- tussen 10 en 100; corresponderend met een “normaal” Nederlands rapportcijfer met één decimaal (delen door 10).
- tussen 0 en 100; het percentage goed.
- aflopend van 100 tot 0; het percentage fout.
- tussen 0 en 20; het aantal goed-gemaakte opgaven met een maximaal aantal punten.
- aflopend van 10 tot 0; het aantal fout-gemaakte opgaven (totaal aantal opgaven tot 0).
|
optioneel, enkelvoudig |
osoresultaat
|
Uitgebreid resultaat*
*Business rule: Score of resultaat is in een van de de vormen verplicht:
- Enkelvoudig resultaat (scoregetal)
- Uitgebreid resultaat (OSO-resultaat)
- Eigen resultaat (Ander soort resultaat)
Het resultaat van een subonderdeel (onderdeel van een toetsonderdeel) kan eventueel als resultaat van een toetsonderdeel worden ingevoerd.
Een uitgebreid resultaat met toetsscores (afname of ruwe scores) en referentiescores (beoordelingsscores) dat volgt de resultaatdefinities "as is" van de Edustandaard-afspraak OSO Gegevensset.
Voor de betekenis en het gebruik van de verschillende velden (het blok <resultaat> met <toetsscore> en <referentiescore>) wordt dan ook verwezen naar deze afspraak. De keuze
is dan uit:
- Een gegevensblok "Score van toetsafname" <toetsscore> met daarin diverse optionele velden voor afname (ruwe) scores als Aantal opgaven, Aantal goed, Aantal fout, Tijd, etc.
- Eén of meer gegevensblokken "Referentiescore".
De optie binnen afspraak OSO om een resultaat in de vorm van een document over te brengen wordt in deze huidige afspraak niet ondersteund.
|
optioneel, enkelvoudig |
anderresultaat
|
Eigen resultaat*
*Business rule: Score of resultaat is in een van de de vormen verplicht:
- Enkelvoudig resultaat (scoregetal)
- Uitgebreid resultaat (OSO-resultaat)
- Eigen resultaat (Ander soort resultaat)
Het resultaat van een subonderdeel (onderdeel van een toetsonderdeel) kan eventueel als resultaat van een toetsonderdeel worden ingevoerd.
Het blok anderresultaat is het zelf te definiëren gegevensblok.
|
optioneel, enkelvoudig |
infourl
|
URL voor aanvullende informatie
De bedoeling van deze URL is dat deze leidt naar detailinformatie over dit toetsresultaat in de EA. Het LAS kan hiermee de gebruiker de mogelijkheid bieden deze detailinformatie eenvoudig
toegankelijk te maken. Of hier, voor de authenticatie op de EA, al dan niet de mogelijkheid van single sign-on wordt geboden, valt buiten deze afspraak.
|
optioneel, enkelvoudig |
toetsen
|
Toetsen |
verplicht, enkelvoudig |
toets
|
Toets |
verplicht, meervoudig |
toetscode
|
Toetscode
Identificeert de betreffende toets.
|
verplicht, enkelvoudig |
versie
|
Versie
Het versienummer van de toetsdefinitie.
|
optioneel, enkelvoudig |
toetsnaam
|
Toetsnaam
De naam of aanduiding van de toets. Wanneer een toetshiërarchie wordt gebruikt dan wordt aangeraden om dit onderdeel van de methode niet in deze toetsnaam te benoemen.
|
optioneel, enkelvoudig |
leerjaar
|
Leerjaar
Bij dit leerjaar hoort deze toets.
|
optioneel, enkelvoudig |
vakgebied
|
Vakgebied
Er is een vocabulaire beschikbaar voor methode-gebonden toetsen in het po.
|
optioneel, enkelvoudig |
toetsnormering
|
Toetsnormering
Normering van het totaalresultaat van de toets. Alleen van toepassing als het resultaat wordt overgedragen in de vorm van een scoregetal.
|
optioneel, enkelvoudig |
toetscategorie
|
Toetscategorie
De toetscategorie waarop de omzetting naar een schoolcijfer en de normering van dit schoolcijfer is gebaseerd. Bijvoorbeeld “Instaptoets” of “Formatieve toets”.
|
optioneel, enkelvoudig |
toetsniveau
|
Toetsniveau
Het niveau van de toets waarop de omzetting naar een schoolcijfer en de normering van dit schoolcijfer is gebaseerd. Bijvoorbeeld “Standaard” of “Aangepast”.
|
optioneel, enkelvoudig |
wegingsfactor
|
Wegingsfactor
De geadviseerde wegingsfactor van het omgezette scoregetal (schoolcijfer).
|
optioneel, enkelvoudig |
norm
|
Norm
Dit element bevat de normeringsintervallen van een toets(onderdeel) met bijbehorende informatie voor omzetting naar een schoolcijfer. Het interval van een norm wordt gedefinieerd door de
Beginnormwaarde en Eindnormwaarde. Als de beginnormwaarde groter is dan de eindnormwaarde dan gaat het om oplopende normwaarden; wanneer kleiner dan om aflopende normwaarden. Oplopende en
aflopende normen kunnen eventueel worden gecombineerd.
|
verplicht, meervoudig |
term
|
Normterm
De term die bij de norm hoort (bijvoorbeeld “voldoende”, “matig”, “geslaagd”, “goed tempo”).
|
verplicht, enkelvoudig |
omschrijving
|
Omschrijving |
optioneel, enkelvoudig |
beginnormwaarde
|
Beginnormwaarde
De norm wordt geldig bij een scoregetal vanaf deze beginnormwaarde; dus het interval is vanaf deze beginnormwaarde oplopend/aflopend tot en met de eindnormwaarde.
|
verplicht, enkelvoudig |
eindnormwaarde
|
Eindnormwaarde
De norm is geldig bij een scoregetal tot en met deze eindnormwaarde; dus het interval is vanaf de beginnormwaarde oplopend/aflopend tot en met deze eindnormwaarde.
|
verplicht, enkelvoudig |
normkleur
|
Normkleur
De kleur bij presentatie van de norm. Waarde is in RGBA (kleur en transparantie).
RGBA staat voor de vier waarden Red, Green, Blue, Alpha, waarbij RGB de kleurcode is in rood, groen en blauw (waarde 0 t/m 255). De Alpha is het percentage transparantie van 1 (niet
transparant) tot 0 (volledig transparant).
|
optioneel, enkelvoudig |
schoolcijfer_vanaf
|
SchoolcijferVanaf
De ondergrens van het interval van het schoolcijfer na omzetting van de beginnormwaarde in een schoolcijfer. Let op, waarde
vanaf 1,00 t/m 10,00 en kleiner of gelijk aan SchoolcijferTotEnMet.
|
optioneel, enkelvoudig |
schoolcijfer_totenmet
|
SchoolcijferTotEnMet
De eindgrenswaarde van het interval van het schoolcijfer na omzetting van de eindnormwaarde in een schoolcijfer. Let op,
waarde vanaf 1,00 t/m 10,00 en groter dan of gelijk aan SchoolcijferVanaf.
|
optioneel, enkelvoudig |
toetshierarchie
|
Toetshiërarchie
Lijst met ingangen voor de plek van deze toets in een methode.
|
optioneel, enkelvoudig |
toetsonderdelen
|
Toetsonderdelen |
optioneel, enkelvoudig |
toetsonderdeel
|
Toetsonderdeel |
verplicht, meervoudig |
toetsonderdeelvolgnummer
|
Toetsonderdeelvolgnummer
Getal groter of gelijk aan 1. Er mogen geen dubbele volgnummers voorkomen.
|
verplicht, enkelvoudig |
toetsonderdeelcode
|
Toetsonderdeelcode
Een toetsonderdeelcode moet uniek zijn binnen de toets (niet per se globaal uniek).
|
verplicht, enkelvoudig |
toetsonderdeelnaam
|
Toetsonderdeelnaam
Naam van het onderdeel van de toets.
|
optioneel, enkelvoudig |
toetsonderdeelnormering
|
Toetsonderdeelnormering
Normering van het resultaat van het toetsonderdeel. Alleen van toepassing als het resultaat van het toetsonderdeel wordt overgedragen in de vorm van een scoregetal
|
optioneel, enkelvoudig |
toetscategorie
|
Toetscategorie
De toetscategorie waarop de omzetting naar een schoolcijfer en de normering van dit schoolcijfer is gebaseerd. Bijvoorbeeld “Instaptoets” of “Formatieve toets”.
|
optioneel, enkelvoudig |
toetsniveau
|
Toetsniveau
Het niveau van de toets waarop de omzetting naar een schoolcijfer en de normering van dit schoolcijfer is gebaseerd. Bijvoorbeeld “Standaard” of “Aangepast”.
|
optioneel, enkelvoudig |
wegingsfactor
|
Wegingsfactor
De geadviseerde wegingsfactor van het omgezette scoregetal (schoolcijfer).
|
optioneel, enkelvoudig |
norm
|
Norm
Dit element bevat de normeringsintervallen van een toets(onderdeel) met bijbehorende informatie voor omzetting naar een schoolcijfer. Het interval van een norm wordt gedefinieerd door de
Beginnormwaarde en Eindnormwaarde. Als de beginnormwaarde groter is dan de eindnormwaarde dan gaat het om oplopende normwaarden; wanneer kleiner dan om aflopende normwaarden. Oplopende en
aflopende normen kunnen eventueel worden gecombineerd.
|
verplicht, meervoudig |
term
|
Normterm
De term die bij de norm hoort (bijvoorbeeld “voldoende”, “matig”, “geslaagd”, “goed tempo”).
|
verplicht, enkelvoudig |
omschrijving
|
Omschrijving |
optioneel, enkelvoudig |
beginnormwaarde
|
Beginnormwaarde
De norm wordt geldig bij een scoregetal vanaf deze beginnormwaarde; dus het interval is vanaf deze beginnormwaarde oplopend/aflopend tot en met de eindnormwaarde.
|
verplicht, enkelvoudig |
eindnormwaarde
|
Eindnormwaarde
De norm is geldig bij een scoregetal tot en met deze eindnormwaarde; dus het interval is vanaf de beginnormwaarde oplopend/aflopend tot en met deze eindnormwaarde.
|
verplicht, enkelvoudig |
normkleur
|
Normkleur
De kleur bij presentatie van de norm. Waarde is in RGBA (kleur en transparantie).
RGBA staat voor de vier waarden Red, Green, Blue, Alpha, waarbij RGB de kleurcode is in rood, groen en blauw (waarde 0 t/m 255). De Alpha is het percentage transparantie van 1 (niet
transparant) tot 0 (volledig transparant).
|
optioneel, enkelvoudig |
schoolcijfer_vanaf
|
SchoolcijferVanaf
De ondergrens van het interval van het schoolcijfer na omzetting van de beginnormwaarde in een schoolcijfer. Let op, waarde
vanaf 1,00 t/m 10,00 en kleiner of gelijk aan SchoolcijferTotEnMet.
|
optioneel, enkelvoudig |
schoolcijfer_totenmet
|
SchoolcijferTotEnMet
De eindgrenswaarde van het interval van het schoolcijfer na omzetting van de eindnormwaarde in een schoolcijfer. Let op,
waarde vanaf 1,00 t/m 10,00 en groter dan of gelijk aan SchoolcijferVanaf.
|
optioneel, enkelvoudig |